Ene Vulpines Lupines zou degene zijn geweest die de eerste dierentuin aanlegde. Die tuin lag in de pre-Romeinse tijd in Etrurië. Er werden wilde varkens, herten, wilde geiten en drie soorten hazen in gehouden. De dierentuin van Quintus Hortensis, een tijdgenoot van Cicero, lag in Laurentium en omvatte een bos van 50 iugera (12-13 ha). Als er op een verhoging het middagmaal werd genoten, dan liet de gastheer een cytherspeler komen. Aan een ander gaf hij bevel om op zijn hoorn te blazen. Dan verscheen een menigte wilde varkens, herten en andere viervoeters. Titus Pompejus had een dierentuin in Gallië. In latere tijden vinden we op Germaanse gronden dierentuinen om te jagen en om te genieten.
Mathilde, de vrouw van Hendrik de Vogelaar, gaf niet alleen spijzen aan de armen, maar ook aan de vogels. Volgens de sage zond de vrome keizerin na de dood van de keizer voor de rust van zijn ziel een bediende naar het woud op de Rothenberg om op dezelfde plaats waar hij zijn netten spande, de vogels te eten te geven. Walther, een grote Duitse Middeleeuwse dichter, zou zichzelf de bijnaam van de Vogelweide hebben gegeven met het oog op een bepaling in zijn testament. Die luidde dat vier nissen onder de lindeboom waar zijn grafsteen stond, dagelijks met vers graan moesten worden bestrooid zodat de vogels bij hem nog een voerplaats zouden vinden.